Author Archives: Jeroen van Beele

About Jeroen van Beele

hi, i'm the owner of this site guts2trust.org, i want to make an economy in which i feel at home, this site is called guts 2 trust because this economy is based on the guts to trust each other

De piloot en de mango’s

Vorige keer waren we blijven hangen bij mijn definitie van vrijheid (zie jan 2020): vrijheid is (de plicht om te) zorgen voor ons. Stel dat ieder van ons dat doet. Ik beweerde dat er dan geen crises zouden zijn. Sommige mensen denken dat dat helemaal niet kan omdat we op een schaarse planeet wonen: als iedereen gewoon zou proberen alleen maar zijn eerste levensbehoeften te lenigen dan zou dat al niet lukken, we zijn genoodzaakt daar met elkaar om te strijden. Het neo-liberale model is het noodzakelijke eindstadium van onze economische ontwikkeling. Dat vind je ook terug in de definitie van de economische wetenschap zoals geformuleerd door onze nobelprijswinnaar Tinbergen: economie bestudeert de allocatie van schaarse goederen. Impliciet beweert Tinbergen hier dus dat sommige goederen schaars zijn.

Maar is dat wel zo? Ik wil beweren van niet. Ik wil beweren dat schaarste een gevolg is van ons gedrag en niet een veroorzaker van ons gedrag, de implicatie is andersom. Ik wil dat doen aan de hand van een essentieel voorbeeld: voedsel. Je zou haast zeggen dat er inderdaad te weinig voedsel op onze planeet is gezien het feit dat er 1 miljard mensen structureel in honger leven. Maar niets is minder waar: we produceren met zijn allen dagelijks voedsel voor zo’n 10 miljard mensen. Alleen gooien we voor zo’n 4 miljard mensen aan voedsel in de vuilnisbak. En aangezien er 7 miljard mensen op deze planeet wonen blijven er dus 1 miljard in honger achter. Dit voorbeeld onderbouwt een uitspraak van Gandhi: Deze wereld heeft genoeg voor ieders behoeften, maar niet voor ieders begeerten. Ik wil daar graag nog aan toevoegen een berekening die ik helaas niet makkelijk kan terugvinden, maar gedaan zou zijn door Wageningen op verzoek van de FAO van de VN: als we alle zeilen bijzetten kan deze planeet duurzaam voedsel produceren voor 60 miljard mensen.

Dus schaarste is niet het probleem. Wat dan wel? We willen het niet! We willen helemaal niet voor elkaar zorgen en delen. Ja, Tom en die wandelaar (zie dec 2019), maar dat zijn uitzonderingen. Nou wil het geval dat dit behoorlijk goed onderzocht is en telkenmale is die uitspraak gelogenstraft. Tom en die wandelaar zijn geen uitzonderingen. Ik had dat toch gezegd: hoe moeilijk is het om te bedenken wat te doen als je een wandelaar tegenkomt die jij kan verlossen uit zijn hoge nood? Jezus heeft dat mooi verwoordt: het is zaliger te geven dan te nemen (Handelingen 20:35).

Dus het kan en we willen het. Waar gaat het dan fout? Nou, misschien gaat het wel helemaal niet fout. We hebben nu op mondiaal niveau afgesproken dat we een einde willen maken aan de honger (SDG 2). Dat wil nog niet direct lukken, maar de aandacht is er. Dus misschien is het ook gewoon een kwestie van tijd. Er is ondertussen een groeiende groep wetenschappers die deze zienswijze stelselmatig onderbouwen. En voor de goede verstaander: dit is het perspectief dat ik wil nemen, we zitten met zijn allen in een transitie. Wat is die transitie? Wat drijft die transitie? Waar gaan we uitkomen? Dit is mijn manier om uit die kakafonie te komen waar ik het vorige keer over had.

En toch, zolang we denken dat er schaarste is gaan we ons daar naar gedragen. We gaan hamsteren, we gaan voedsel doordraaien om de prijs op peil te houden en we gaan zelfs de natuur patenteren. Om overvloed schaars te maken moet je je best doen, maar het lukt ons aardig. En hebzucht helpt daar een handje bij. Neem nou een handboek marketing, dat gaat over het veroveren van markten en het overwinnen van je concurrent. Als je nou eens het woord markt door land vervangt en en het woord concurrent door vijand, dan krijg je een handboek oorlog. Economie is oorlog. En van die 1 miljard hongerigen sterven er dagelijks alleen al bijna 10.000 kinderen. Dat zijn dus de slachtoffers van de derde wereldoorlog. Mind you: die 10.000 per dag zijn er meer dan het aantal doden per dag tijdens de tweede wereldoorlog, en dat was een vooropgezet plan.

Tenlotte wil ik nog een mogelijk probleem aankaarten: logistiek. Ik denk daar heel simpel bij: als we mensen naar de maan kunnen brengen dan kunnen we vast ook wel voedsel naar onze buren brengen. Ik heb daar een mooi voorbeeld bij: ik heb eens het verhaal gehoord van een piloot die mango’s vloog van Kenya naar Europa. Hem werd gevraagd of hij nou geen gewetensvroeging had als hij mango’s vloog van het land waar de mensen die dingen het meeste nodig hebben naar een land waar al meer dan genoeg voedsel is. Het antwoord van de piloot vat bovenstaande aardig samen, hij zei: ik maak me meer drulk om mijn vracht als ik heen vlieg van Europa naar Kenya: wapens.

eerste publicatie: nieuwe mensaberichten 072, feb 2020

Vrijheid is als voorrang

Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: als iedereen bij alles wat hij doet rekening zou houden met alles en iedereen, dan zouden er geen crises zijn. Dat is mijn analyse van onze huidige wereldwijde problematiek. Nou moet je niet denken dat dit een triviale of onzinnige uitspraak is, laten we deze uitspraak eens nader bekijken.

Ten eerste is het een affirmatieve uitspraak, hij zegt wat we wel kunnen doen, hij biedt ons een handelingsperspectief. En dat is heel wat handzamer dan uitspraken die zeggen wat we fout doen.

Ten tweede heeft het me een hele tijd gekost voor ik op deze formulering kon komen. Dat feit op zich is al interessant. Dat ik er zo lang over gedaan heb kun je weiten aan mijn beperkte capaciteiten of mijn naiviteit. En voor beiden valt iets te zeggen, maar ik wil de aandacht nu even richten op de wereld waarin hij tot stand kwam. We praten over zo’n 15 jaar geleden denk ik, de tijd dat er al wel een hele schare bezorgde wereldburgers was, maar dat hun zorgen nog nauwelijks mainstream leken te zijn. In dat tijdsgewricht tuimelden al vele verbetervoorstellen, gebaseerd op evenzovele analyses, over elkaar heen. Het was die kakafonie waarin ik mij afvroeg: ja, maar hoe zit het nu echt? Het was een flinke uitdaging om tussen al die hele en halve waarheden de kern te vinden. Is rente het probleem? Moet alles anders? Organisch zelfbestuur? Zen?

Ik hoop dat tegen deze achtergrond van goed bedoelde oplossingen ondertussen duidelijk is geworden dat een uitspraak die werkelijk hout snijdt kan helpen de neuzen in één richting te krijgen. Daar was ik naar op zoek. En die kakafonie bestond vooral uit doe-perspectieven. We moeten iets doen! Maar wat dan?

Terug naar mijn analyse. Ik denk dat het belangrijkste element van deze bewering is dat het in eerste instantie om ons gedrag gaat. En dat is niet zomaar een uitspraak, hele volksstsammen geloven dat er iets mis is met onze economie, met het economisch systeem, met het kapitalisme. Sommigen denken zelfs precies aan te kunnen wijzen waar het fout gaat: rente is het probleem. De argumentatie bij die laatste analyse gaat als volgt: het is profijtelijker alle walvissen nu te doden, ze te verwerken tot levertraan en de winsten die je daarmee maakt op de bank te zetten (tegen hoge rente) dan om de walvispopulatie duurzaam in stand te houden. Deze argumentatie was de reden om milieuorganisatie aktie strohalm op te richten. Over deze organisatie valt nog veel meer interessants te vertellen, en daar kom ik een andere keer vast nog aan toe. Voor nu: ze heten tegenwoordig Social TRade Organisation en dat alleen al is interessant want: het gaat ze tegenwoordig om social (goed zo!) en trade (foei, oud denken).

Maar laten we even kijken naar die walvisanalyse. Ten diepste gaat die analyse er van uit dat je zoveel mogelijk geld wilt hebben. En ja, als je dat wilt, dan kom je er op uit dat je de hele walvispopulatie in een keer over de kling jaagt. Rente is dus niet het probleem, maar hebzucht. En hebzucht is een gedragsding, een van de zeven hoofdzonden.

We komen nu op een belangrijk punt: mag ik dan niet zomaar alles nastreven wat mijn hartje begeert? Welke vrijheid heb ik hier? Laat ik het zo zeggen: als mijn ene buurman de hele wereld wil bezitten en mijn andere buurman wil hetzelfde, dan kan ik niet met beide rekening houden, ik zal minstens een van de twee moeten teleurstellen, en waarschijnlijk beide. Dus ja: als je de ander ook een plekje gunt op deze planeet, dan kan je niet zomaar alles willen hebben. En dat wat jij wel voor jezelf wilt hebben is ten diepste een vrijheid. Dus nu komen we uit bij de vraag wat dan vrijheid is. Er zijn vele definities van vrijheid en ik voeg gewoon de mijne toe, without further ado: vrijheid is als voorrang, het is geen recht maar een plicht. Welke plicht dan? Vanuit het perspectief van mijn analyse wordt dat dan heel eenvoudig: vrijheid is de plicht om te zorgen voor ons. En ons is dan in de eerste plaats jezelf en daarna ook voor de rest, alles en iedereen. Let op: deze definitie is viraal, nl: als ik vrij ben, dus als ik zorg voor ons, dan schep ik daarmee voor jou de mogelijkheid om ook te zorgen voor ons, dus om vrij te zijn. Deze definitie van vrijheid is hoe ik anarchisme begrijp: een anarchist is iemand die zelf zijn verantwoordelijkheid neemt, die schuift hij niet af op zijn meerdere. Dus als ik de gaskraan opendraai kun je mij daar op aanspreken, ik zal niet zeggen: befehl ist befehl. Zo bezien is verlicht anarchisme de oplossing voor onze crises.

Nu zullen jullie denken: dat kan helemaal niet op een schaarse planeet en mensen willen dat al helemaal niet. Daarover binnenkort meer.

Ik denk nog even terug aan tom en de wandelaar: uiteindelijk hebben tom en de handelaar een conventionele kapitalistische handelstransactie gesloten: de wandelaar betaalt tom 100 euro voor zij schoenen. Maar voor beide transactoren geldt dat ze hebben voldaan aan de premisse waar ik mee begon: ze hebben alle relevante belangen gewogen. En dat hebben ze samen gedaan, dat is veel leuker dan ieder apart.

eerste publicatie: nieuwe mensaberichten 071, jan 2020

tom en de wandelaar

tom, een goede vriend van mij, ging eens wandelen. op corsica. tom is filosoof, dus hij had van te voren goed nagedacht over wat hij allemaal mee zou nemen. zo nam hij uit voorzorg een extra paar schoenen mee. corsica was prachtig. misschien kwam tom wel in een meditatieve staat. een beetje zoals onze voorouders de wereld beleefd moeten hebben. hij wandelde van hut naar hut en kwam zo nu en dan een medewandelaar tegen. soort zoekt soort denk ik dan. bij een van die ontmoetingen viel het tom op dat zijn medewandelaar te kampen had met een kapotte schoen. zou hij dezelfde maat als tom hebben? warempel! wat nu te doen?

ja, wat nu te doen? is dit een moeilijke vraag? voor ik verder ga, denk daar even over na: is dit echt zo’n moeilijke vraag? van filosofen zijn we gewend dat ze over makkelijke dingen hele moeilijke overdenkingen kunnen produceren. maar dit keer is de eer aan de economen, zij bestuderen namelijk dit soort sociale interactie. dus mijn eerste vraag aan jou is: wat denk jij dat een econoom zou denken dat tom zou doen? nou zijn er verschillende soorten economen en die vechten elkaar allemaal de tent uit als het moet, net filosofen. maar één antwoord, gangbaar onder economen, is dat tom gebruik zou maken van deze situatie en de wandelaar zijn schoenen te koop zou aanbieden. maar wat zou de prijs dan moeten zijn? je kunt stellen dat tom heel veel moeite heeft moeten doen om die schoenen daar te krijgen en dat moet je terug zien in de prijs. boven op de berg betaal je meer voor een biertje, dus dat zal dan ook wel gelden voor die schoenen. een andere theorie zegt dat tom in deze de facto monopolist is. al zou de wandelaar van een andere aanbieder zijn schoenen willen betrekken, dan moet hij daar wel eerst zien te komen en dat gaat hem nu juist niet lukken. tom kan de hoofdprijs vragen heet dat onder marketeers.

dus mijn tweede vraag aan jou is: wat zou jij doen? zou jij hem de de aanschafprijs vragen, zou je een toeslag daarbovenop vragen, of zou je de hoofdprijs vragen, whatever that may be? en waarom zou je dat doen? en welke economische theorie zou jouw gedrag dan verklaren?

laat ik een andere vraag stellen, we zijn dus ondertussen bij vraag drie: wat zou je moeten doen? dit is een vraag waar een econoom helemaal niet over nadenkt, dit is een vraag voor een filosoof, dit gaat over moraal. economie is a-moraal, het is een beschrijvende wetenschap, niet een voorschrijvende. nu komen we op het gebied van Waarden met een grote W. zijn hier eigenlijk wel keuzes? nu kom ik terug bij vraag nul: is dit zo’n moeilijke vraag? nee, natuurlijk niet. je kan die man helpen en dat doe je dus. alle wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat dat is wat je zou doen, behalve economisch onderzoek dan, die vind helpen maar irrationeel gedrag.

dus vraag vier: wat denk je dat tom gedaan heeft? leuk hè: je raadt het al: tom bood de wandelaar zijn schoenen aan, hij wilde ze geven. wilde, want de wandelaar wilde niet dat tom ze gaf. wat krijgen we nu weer? was het gedrag van tom al irrationeel, dat van de wandelaar is zo mogelijk nog irrationeler: hij slaat een gratis aanbod af van iets dat hij bikkelhard nodig heeft. hoe moet dit aflopen? de wandelaar wilde betalen. dus de twee zijn in onderhandeling gegaan en besloten tot een prijs van 100 euro. ik zou zeggen: dat is dan de ruilWaarde van die schoenen.

tom is moraalfilosoof en hij heeft zijn eigen moraal gevolgd. gelukkig zijn er nog anarchisten in deze wereld, maar daarover meer de volgende keer. rest mij nog een laatste vraag: zouden tom en de wandelaar elkaar nog weer eens willen tegenkomen?

een kleine verklaring van bovenstaande: het is van groot belang te begrijpen dat economie een sociale wetenschap is die gedrag van mensen probeert te verklaren. in die zin doen economen het helemaal goed (ik durf dat hier te zeggen want zelf ben ik wiskundige, geen econoom): ze bestuderen gedrag en niet systemen. ik geloof dat een nieuwe economie bestaat uit nieuw gedrag, met het gedrag van tom en de wandelaar als lichtend voorbeeld. de komende tijd zal mijn column over dat nieuwe gedrag gaan.

eerste publicatie: nieuwe mensaberichten 070, dec 2019

 

caravan of love

a co-creative journey into the new economy

the sun is burning without mercy and reflects in the golden waves of this barren land. i take a closer look at the soil and to my surprise it is not sand that glitters, it is gold that glitters. when i take an even closer look it is golden coins, i am in a valley of shining money! but the heat is unbearable and there is no water for miles.

then in the far distance i see a train of camels. this sign of life might just be my prayer answered. it is a caravan, heading for the next oasis of love.

this caravan of love is departing from the ruins of capitalism, a land full of money but void of care. therefore this caravan is heading for the nearest oasis of love, an economy that we all would love to live in.

here is a compilation of the evening, 7 dec 2017, royal tropical institute, amsterdam:

video by olivier jansen

this evening we followed the travel guide for an inner journey into the sharing economy

the monopoly experiment

to understand the new economy i propose the following twist to monopoly:

play monopoly according to all standard rules, you only change your behaviour, viz all players share their money.

So there are two piles of money in the game: one for the bank and one for the players. When a player passes go his income is moved form the bank to the players pile and when a player receives money from another player this is also deposited in the players pile. When a player wants to buy real estate or has to pay rent he takes money from the pile to pay the bank resp his fellow player

One variant of this setup is to start playing the conventional way and after some time, eg when the first bankruptcy occurs, switch to the new behaviour.

farmer, baker and banker – why interest is NOT the problem

i see many people believing that interest is the stinge in our money system. i want to use a simpel model here to explain where they go wrong. basically the argument is that they use an oversimplified model.

first let me remark that the use of money as a means of exchange is a function that only became widespread in use millenia after money had been invented as a means of recording credit. the oversimplified model(s) used by people that believe that interest is the problem never comprise this credit functionality.

my model consists of three workers: a farmer, a baker and a banker.

now the farmer produces grain enough for three breads.
the baker can bake three breads from the grain produced by the farmer.
the banker runs the money system that the three of them use to interchange their goods.

before i go into the dynamics of this model i’d like to make clear that if the farmer, baker and banker would trust each other there would be no need for money.
the whole idea of (institutionalised) credit is that we don’t trust each other, instead we trust the value of money.
what money (credit) really does here is enabling swapping THROUGH TIME.

it works like this:

the farmer produces grain that the baker would like to bake.
because the farmer doesn’t trust that the baker will give him one of the breads he will bake, the farmer wants the baker to pay him for his grain.
but the baker can only pay after he has sold his bread, not upfront.

now the banker is willing to take this risk.
therefore the banker makes 1 coin.
the banker lends this coin to the baker and makes the baker promise that the baker will pay back this coin twice (so 100% interest).

now the baker buys the grain from the farmer with this 1 coin.
now the baker can bake three breads, keep one for himself and sell the other two.
first the farmer buys one bread for 1 coin.

now the baker can pay the interest to the banker.
consequently now the banker can buy a bread form the baker, again for 1 coin (this is the step that the oversimplified models forget).
so the baker acquires this coin once again and consequntly the baker can pay back his debt to the banker.

so the system started with the farmer having grain and the banker having 1 coin.
at the end of the dynamics each of the farmer, baker and banker have a bread and the coin has returned to the banker.
this is what money is supposed to do, it enabled the farmer and the baker to interact (over a longer period of time) without trusting each other.

connecting initiatives

as many of us have already tried to bring initiatives together it’s important to understand why nobody has succeeded yet

in a yunity session we identified 6 (groups of) reasons:

externally:
– lack of resources
– hostile environment

internally
– ego’s
– lack of critical mass
– no understanding of goal/utopia
– lack of skills

i believe the main thing is the critical mass. without critical mass nothing will work. and once the critical mass has emerged you can’t stop it anymore. all you can do is delay the advent of the new world, and that is what many people will unconsciously do. because they don’t understand or are afraid.

by critical mass i mean a critical mass of people who are free from their ego (to a workable extent at least). it is my belief that the evolution of our consciousness is the driving force behind the advent of the critical mass.

note that once the critical mass is there that doesn’t mean the new world will emerge automatically. on the contrary this will be the result of deliberate, focussed and commited action by those who have gained consciousness. which is what is happening right now.

to make this work several things are needed, here is my list of prerequisites:
– plan/idea/vision, including organisational processes, and this should be clear, concrete or executable and there should be consensus about this plan
– resources
– skills
– maturity in the sense of consciousness, ego and commitment

eg there are many youngsters wanting to change the world but many of these youngsters are still in the phase of discovering the world (and themselves). there is nothing wrong with that because each one of us has to do that before (s)he can contribute to the evolution of our society but it is not very helpful for the action of changing the world itself.

about the plan/idea/vision: it would be nice to have an image of utopia and the many ways in which this utopia can be adapted to humans. also we need a development strategy: in which steps can we achieve our goal?

disruption is old economy

disruption is something we find in the old economy, in the new economy we find care

i’m somewhat disturbed by all these people that want to disrupt our economy or our society. basically disruption means that you destruct something that people have been building for years, decades or even centuries and who’s lives depend on this something. that cannot be a goal in the new economy. in the new economy we take care of each other. this means that if something blocks our evolution we will help the people dependent upon this something to move to a sustainable alternative, we don’t let them drown by killing their something.