Vandaag gaan we wat abstracter. Eén manier om tegen mijn denken aan te kijken is dat ik de dimensie van bewustzijn toevoeg aan economisch modelleren.
Dat is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Ik ben niet op een goede namiddag eens gaan zitten en gaan bedenken hoe ik daar nou chocola van kon maken, al die initiatieven voor een nieuwe economie. Nee, ik ben jarenlang aan het puzzelen geweest. Letterlijk. Ik schreef dan een hele reeks aan ideeën ieder op een apart blaadje, dat waren mijn puzzelstukjes. En dan ging ik schuiven, kijken of ik een puzzel kon leggen. Jaren heb ik dat gedaan.
En de puzzel die ik legde was steeds een andere. Een prima indicator van het feit dat ik het probleem nog niet de baas was. Maar ik voelde wel dat ik steeds een stapje dichterbij kwam. Ik had echter geen indicatie wanneer deze zoektocht ten einde zou komen. Wel hield ik voor ogen dat als de puzzel eenmaal gelegd zou zijn ik hem als zodanig zou herkennen. Maar of dat terecht was, we zullen het zo zien.
Telkens als ik een puzzel gelegd had zag ie er dus anders uit. Wel waren er een paar themata die om de centrale eer streden. En in de loop van tijd verschoof die eer ook. Ik heb bijvoorbeeld een tijdje gewerkt vanuit een psychologische theorie die ik op het spoor gekomen ben via de Mensa Berichten (nog in papieren vorm geloof ik). Het was een artikeltje van Noks Nauta over de vijf manieren of niveaux waarop mensen zich tot elkaar(s belangen) verhouden. Even ter herinnering: die vijf manieren worden kenmerkend omschreven als: altruistisch, samenwerkend, individualistisch, competitief en aggressief. Noks kan het veel beter uitleggen.
Er was het moment dat ik Jacquelien tegenkwam. Het was 2012 en ik had het universum gevraagd om mijn vraag ‘Hoe ziet die nieuwe economie eruit?’ voor de 21e december te beantwoorden. In die dagen was Jacquelien de kracht achter rijkdomsbewustzijn.nl (is nu uit de lucht). Ik kwam haar weer eens tegen en we doken in mijn vraag. Ik was de hele tijd maar aan het puzzelen hoe we op een slimmere manier konden ruilen met elkaar, maar ik schoot niet op. Jacquelien stelde voor dat ik het ruilparadigma zou verlaten. Op mijn reis was dat de grootste wending denk ik. Ik had geen idee hoe dat te doen, maar ik heb het geprobeerd. Maandenlang was ik in terra incognita. Ik was mijn balans kwijt, de balans tussen geven en nemen. En toen, in enkele maanden rijpte het idee om die ene balans te splitsen in twee balansen. Ik splitste die ene balans tussen geven en nemen in twee balansen: de balans tussen wat ik geef en wat wij nodig hebben, en de balans tussen wat ik nodig heb en wat ik neem.
En langzaam groeide het inzicht dat hier een vaste kern in zat. Denkend vanuit Noks voorzet, hoe zinnig ook, zat ik nog steeds gevangen in een statisch mensbeeld. Mensen kun je in vijf categorieen indelen, en dat zal altijd zo blijven. Dat is wel de kern van heel veel economisch denken. We komen er nu misschien achter dat Homo Economicus niet de beste modellering is van menselijk gedrag, maar linksom of rechtsom gaan we er impliciet vanuit dat mensen zijn zoals ze zijn.
In de splitsing van de balansen lag voor mij de kiem om dat statische paradigma te verlaten: mensen zijn helemaal niet zoals ze gisteren waren. Mensen veranderen, ontwikkelen. Ik vind dat nog altijd een heel sprekend voorbeeld van Steven Pinker (op 6 min, 10 sec): 500 jaar geleden was het entertainment om een kat levend te roosteren boven een knappend vuurtje. Als je dat nu zou doen wordt je opgenomen, ik ken trouwens niemand bij wie ik ook maar in de verste verte een dergelijke barbaarsheid zou durven veronderstellen. Wat ik zeggen wil: we zijn echt opgeschoten in 500 jaar tijd. En dat we nu in een transitie zitten, daar zijn steeds meer mensen het wel over eens, 20 jaar geleden keken ze je met glazige ogen aan.
In die balanssplitsing zit de kern van die ontwikkeling: ik geef niet voor wat ik nodig heb, maar voor wat wij nodig hebben. En ja, als jij een van die mensen bent voor wie wij niet bestaat dan imploderen die twee balansen tot één balans: ik geef wat ik nodig heb en wat ik nodig heb is wat ik neem, dus: ik geef wat ik neem, quid pro quo, voor wat hoort wat. Met andere woorden: het voor wat hoort wat paradigma heeft heel lang goede diensten bewezen maar is nu aan een update toe.
Voortbouwend op deze ontdekking kwam ik er achter dat al mijn puzzelstukjes op een natuurlijke wijze volgen uit deze bewustzijnsontwikkeling. Ik heb daarom nu vaste grond onder mijn voeten en van hieruit kan ik verder komen in mijn denken. Ja, en dat is een hele dimensie, die ontwikkeling. Dus dat doe ik nu: de dimensie van bewustzijn toevoegen aan economisch modelleren. Ik zal daar een volgende keer nader op ingaan.
Maar nu eerst nog een ongemakkelijk gevoel. Ik gebruik mijn gevoel, mijn wiskundige intuitie, om te weten of een puzzelstukje klopt en of het op de goede plek ligt en of de puzzel compleet is en zo. Ik heb al tijden het gevoel dat die puzzelstukjes allemaal wel kloppen en ook netjes in elkaar passen, maar is dit nou alles? Heb ik misschien een hele dimensie over het hoofd gezien? Mijn beelden culmineren uiteindelijk in een groot datalandschap met behulp waarvan we voor ons, de planeet en de toekomst zorgdragen. Maar moet dat allemaal zo ingewikkeld met al die ICT en zo? Het voelt niet compleet. Als ik het universum om antwoord vraag dan krijg ik het. Is dat niet veel natuurlijker? Hoe zou een economie er uitzien als we telepathisch met elkaar in contact treden? Denk erom: ik ben wetenschapper, dus ik wil die dimensie onderzoeken en niet zoals veel wetenschapsdogmatici een dergelijk perspectief bij voorbaat van bestudering uitsluiten.
Mijn boekje is nu bijna klaar. Daarin voeg ik die dimensie van bewustzijn aan economisch modelleren toe. Dat is al veel meer dynamiek dan gebruikelijk in de huidige economische wetenschap. Maar onlangs werd ik gewezen op Christina von Dreien die gewag maakt van een vijfde dimensie waar economie en telepathie op een natuurlijk wijze samengaan. Ik sta dus weer aan het begin van een nieuw hoofdstuk.
eerste publicatie: nieuwe mensaberichten 080, nov 2020