Opschalen

Vandaag gebeurde er iets bijzonders. Ik voelde mij ingehaald. Of op sleeptouw genomen, net hoe je er tegenaan kijkt. Dat zit zo. Hier in deze column ben ik nu al een paar jaar vanaf de zijlijn aan het kijken naar de geboorte van onze nieuwe economie. Enig dedain is mij daarbij soms niet vreemd moet ik bekennen. En alles wat ik tegenkom kan ik netjes in mijn kaders kwijt, allemaal heel geruststellend.

Maar vandaag kreeg ik een bericht van Jac (oa Economy Trandformers). Dat bericht paste niet zo goed in mijn raamwerk. Maar andersom misschien wel. Anyway, ik vind zijn stelling dermate uitdagend dat ik er hier graag over bericht.

Mijn idee is dat als we zoeken naar een nieuwe economie dan kunnen we die puzzel niet leggen met de puzzelstukjes waaruit onze huidige economie is opgebouwd. Dit zal je niet heel vreemd in de oren klinken, het is een parafrase van een uitspraak die aan Einstein geattribueerd wordt: je kunt een probleem niet oplossen met het denken waarmee het gecreeerd is.

Maar wat zijn dan die puzzelstukjes die blijkbaar zo vertrouwd zijn dat we ons er niet eens bewust van zijn? Mijn boekje was vooral ook een poging dat vocabulair bewust te worden en daar een alternatief voor te vinden. Een paar van die patroonverschuivingen om je een gevoel daarvoor te geven:

  • vrijheid is geen recht maar een plicht
  • onze economie is geen gevolg van schaarste maar schaarste is een gevolg van onze economie
  • we kunnen delen ipv ruilen
  • samenwerken ipv concurreren

En nu Jac. Die wees mij op een patroon waar ik mij tot vanmorgen niet bewust van was. De vraag die hij beantwoorden wil is: hoe kunnen we de veelheid aan initiatieven voor een nieuwe economie opschalen? Ik begrijp zijn antwoord als: deze vraag is geformuleerd met het vocabulair dat ons gebracht heeft waar we nu zijn, waar we niet willen zijn.

Maar we willen toch wel dat die nieuwe economie het nieuwe normaal wordt? Als opschalen dan niet de way to go is, hoe dan wel? Jac’s perpectief begrijp ik als: we gaan die intietieven niet als een mal gebruiken om er meer van te maken. Ieder van die initiatieven is een unieke uitdrukking van ons bewustzijn en zo inspireert het anderen om hun bewustzijn te manifesteren op de manier die bij hun past.

Photo by Steffen Bertram on Unsplash

Dat betekent dan dat er niet één model is. Maar er zijn er vele. Mijn begrip hiervan is dat er nog steeds één model is, nl dat van de bewustzijnsontwikkeling. Dat is abstract natuurlijk, maar mijns inziens wel op het juiste niveau. En dat bewustzijn manifesteert zich langzaam steeds helderder. Dat doen we met steeds meer mensen op steeds meer manieren. De grondhouding is steeds dezelfde: trouw aan jezelf, trouw aan de planeet, trouw aan de toekomst.

Iets heel anders, ik las het in de nieuwsbrief van onze hortus botanicus in amsterdam: je kunt tegenwoordig biologische planten kopen!

eerste publicatie: nieuwe mensaberichten 129, mrt 2025

Terug naar de natuur

Het klinkt heel voor de hand liggend, natuurlijk: we kunnen de crises van vandaag aan door weer natuurlijk te gaan leven. Het gaat fout nu omdat we onze natuurlijke wortels zijn vergeten. Met enige regelmaat kom ik deze gedachte tegen.

Ik moet dan denken aan de cavia’s bij mij in de tuin. De moeder van mijn kinderen heeft een geschiedenis van dieren aanschaffen voor hen, maar die dieren worden dan weer uit huis geplaatst om allerlei redenen zoals allergieen. Ik ben dan de gelukkige opvanger. Ik heb onder andere een konijn gehad en een hond. Maar dus ook cavia’s.

Ik vind dieren in een hok, of aan een lijn maar niks. Dus de cavia’s kregen mijn tuin. Met een weelderige begroeiing. Dat moet toch een paradijs zijn voor die beestjes? Ze hadden het binnen no time kaal gevreten en dat bleef vervolgens zo. Hier zie je dat de natuur naar een stabiel evenwicht evolueert. Maar niet altijd naar een wenselijk evenwicht.

Wat is dan natuurlijk? Groei natuurlijk! Alles in de natuur groeit. Dus als onze economie groeit is dat niet meer dan natuurlijk. Ja, maar die groei stopt ook een keertje, als dieren en mensen eenmaal volwassen zijn stopt hun groei. Dat zou je dan ook van onze economie verwachten.

Even wachten hoor. Niet alle dieren stoppen met groeien, veel reptielen blijven altijd maar doorgroeien bijvoorbeeld. Dus dan wordt de vraag: is onze economie een reptiel of een zoogdier of wat? Ik vind populaties in dit opzicht interessant. Volgens mij hebben alle dierpopulaties de neiging om altijd maar te groeien. Dat ze toch in een evenwicht geraken is omdat ze tegen de grenzen van hun groei aanlopen. Dat
kunnen exogene grenzen zijn, bijvoorbeeld de capaciteit van hun habitat. Maar ook endogene grenzen, bijvoorbeeld de sociale structuur.

Hoe het feit dat de aantallen geboorten van mensendieren in sommige streken afnemen past in dit perspectief vind ik een uitdagende vraag. Welke grenzen spelen hier een rol en hoe zijn die afhankelijk van de plaats op aarde? Vinden steeds meer mensen het onverstandig om nieuwe mensen op deze planeet te zetten? Zorgen alleen nog door onbeheerste driften gedreven medemensendieren voor onze groei? Kijk, daar gaat het me om: dat je stopt met groeien is een bewustzijnsstap. Het bewustzijn dat aanzet tot groei is niet het bewustzijn dat aanzet tot stoppen met groeien. En bewustzijnsgroei is ook natuur.

Dus ja, als ik er zo nog eens naar kijk: ja, laten we teruggaan naar de natuur. Groei is de drijvende kracht in de natuur, de groei van onze economie, maar ook de groei van ons bewustzijn. En als we bewust geworden zijn van de volwassenhied van onze economie dan zullen we de groei van die economie stoppen. Meer eh, is onze economie al volwassen? Of hangt dat van de streek af, global south bijvoorbeeld?

eerste publicatie: nieuwe mensaberichten 123, sep 2024

Guilty pleasure

Jeroen, zei mijn vader, het is een oude auto, maar geen piepje, geen kraakje, niks! En mijn moeder was al even enthousiast. Jeroen zei ze, hij rijdt zo lekker. Ik voel niks in mijn rug, maar in die nieuwe auto van je vader heb ik altijd maar last.

En zo kreeg ik dus de oude auto van mijn moeder, ze reed er niet meer in, daar was ze te oud voor. Dat is een eufemisme voor: met beginnende dementie moest je dat maar niet meer doen.

Op maandag de APK, op dinsdag rijdt mijn moeder de auto in zijn achteruit alsnog total loss en op woensdag staat hij op mijn naam. Maar ik was altijd wel gecharmeerd geweest van haar. Dus ik nam de uitdaging aan en liet haar verzorgen. In dat proces heb ik verschillende experts gesproken en hun bewondering was eensluidend: dit was een van beste auto’s ooit door BMW gemaakt.

SAMSUNG CAMERA PICTURES

Dat gaf voor mij de doorslag, ik besloot te investeren in haar en er mee door te rijden. Bijna 10 jaar later staat er 622.000 km op haar teller.

Maar die kraakjes en dat lekkere rijden. Ik weet nu hoe dat komt: mijn vader was tegen het einde van zijn leven stokdoof en alle vier de schokbrekers waren lek.

Maar hoe verklaar ik nou als rechtgeaard wereldverbeteraar dat ik nog steeds in zo’n vervuilende old-timer rondrij? Het grote zoeken naar argumenten begint. Ten eerste: het omsmelten van zo’n oude wagen tot een nieuwe kost veel meer energie dan je ooit in de resterende kilometers van zo’n old-timer zou verbruiken. Verder kom ik even niet. Het is vooral nostalgie, het is de oude auto van mijn ouders en mijn moeder heeft mij haar gegeven twee weken voor ze stierf.

SAMSUNG CAMERA PICTURES

Eigenlijk is er dus geen rationeel argument, het is een guilty pleasure en dat is ook wat waard.

Oh ja, ze was net zo grijs als mijn ouders, nu is ze net zo fleurig als ik.

eerste publicatie: nieuwe mensaberichten 128, feb 2025

Gave(n) economie

Ik leid aan voortschrijdend inzicht. En dat is misschien maar goed ook. Hoe ziet die nieuwe economie eruit? Ik vind dat ik in mijn boekje een stap te ver gegaan ben.

Ik sta er nog steeds voor de volle 100% achter dat ons bewustzijn zich ontwikkelt en dat dat (en alleen dat) onze economie momenteel doet veranderen. Maar hoe die economie dan verandert, waar naartoe? Daarin ben ik te ver gegaan denk ik. In addendum I beschrijf ik een nieuwe economie. Het is er een met eindeloze hoeveelheden data in energieslurpende datacenters. En een hoop ge-app om samen te werken.

Ik begin steeds meer te voelen dat dat niet de weg zal zijn. We worden als mensen met prachtige gaven geboren. Maar onze kinderen worden wakker in een wereld die ze niet stimuleert die gaven te ontwikkelen. En het zijn die gaven waarmee we een nieuwe economie kunnen bouwen. Dat is het inzicht dat zich nu bij mij aandient. Dat zijn gaven als helder weten en telepathie.

Dit is een beeld dat zich nu begint te vormen: als we ons ego zijn plaats als volger ipv als leider wijzen kunnen we vrij luisteren naar het universum en elkaar. Ik hoef dan alleen maar te luisteren naar mijn hart, want daar spreekt het universum.

Dan hoeft er niet meer geruild te worden, geven en ontvangen volstaan. Plannen wordt dan overbodig en heel veel van waar we momenteel onze tijd en energie aan besteden. Inspiratie en go with the flow leiden ons dan.

Er is nog wel een dingetje. Niet iedereen zal in dezelfde mate mee kunnen, willen of durven gaan op deze weg. Om iedereen plek te bieden in deze uitnodigende wereld blijven we daarom een hoop ingewikkelde dingen doen. Governancestructuren als cooperaties en meenten, crowdfunding en reputatieschemata. En nog veel meer van die dingen waarvan je een dwarsdoornede in mijn linkslijst kunt vinden. En ja, iets met data en apps, och dan heb ik ook wat te doen.

Is dit verre toekomstmuziek? Onlangs kreeg ik een mail van Robert Boutens: als je je mensalidmaatschap niet kunt betalen dan hoeft dat niet. Ook bij mensa is deze nieuwe manier van samen dus post aan het vatten.

Ik kan er een lang verhaal van maken, maar eigenlijk kan ik het in één zin samenvatten: luister naar god en alles zal reg kom. Begrijp me goed. Ook ik kan daar nog niks van, ik ben mijn kinderlijke gaven ook verloren. Maar goed, nu is het hervinden van die gaven dus mijn uitdaging.

eerste publicatie: nieuwe mensaberichten 127, jan 2025

Succesverslaving

Opeens stond het daar, in de optimist. Het artikel ging er niet eens over. Het artikel ging over het verband tussen geest en lichaam, hoe trauma verslavingen veroorzaakt. Onbewust en daarom voor de verslaafde zonder hulp niet hanteerbaar. Die hulp kan dan bestaan uit bewustzording, in compassie.

Maar wat ik er in las was dit: succes is een verslaving. Iets dergelijks staat ook in het artikel hoor, maar meer terloops. Bij mij sloeg het in als een bom.

Zijsprongetje, ik moet denken aan mijn wedergeboorte / verlichting. Ik had daar al veel over gehoord en gelezen. Een van de dingen die ik daar altijd over las was: je ziet het pas als je het doorhebt (terzijde: dit is niet een uitspraak van Johan Cruijff, maar is door een journalist Willem van Hanegem in de mond geschoven). Al die mensen met verlichtingservaring delen dat ik er wel over vertellen kan, maar dat jij het pas begrijpt als je het meemaakt. Ik maakte het mee tijdens de ayahuasca in Brazilie. Het is heel simpel: ik ben mijn ego niet, maar ik heb er wel een. Zo, dan heb ik het ook verteld.

Terug weer, zo is het ook met mijn succesverslaving. Ook daar heb ik al vele malen over gelezen en gehoord. Maar op de een of andere manier sloeg het deze keer in. Gewoon tijdens het lezen op de wc. Maar wel als een bom.

Ja, ik ben succesverslaafd. Stiekem denk ik er aan dat als ik maar hard genoeg mijn best doe, ik begin bijvoorbeeld met columns in de NMB te schrijven. Dat ik dan beroemd ga worden en de wereld kan veranderen en dat mensen dan weten: dat heeft die van Beele gedaan (het liefst formuleren ze dat als: die geniale van Beele).

Gabor Mate, de arts over wie het artikel gaat, geeft ook een alternatief: ontwikkel je bewustzijn. Hij zegt dus hetzelfde als ik maar opeens begrijp ik dat ik daar eigenlijk zelf nog helemaal niet echt mee bezig ben. Een beetje, ik proef er aan, maar daadwerkelijk begrip, echte overgave ontbreekt. En dat wil ik nu gaan veranderen. Moet ook niet zo moeilijk zijn lijkt me. Ik heb al een hele to-do-lijst met stapjes naar succes in de prullenbak gedumpt.

Wat stond er op die lijstjes? Ik ga even graven in mijn prullenbak: ik wilde een trickle-down winkel oprichten, ik wilde een mockup maken van een app voor de nieuwe economie, ik wilde een marktverkenning doen om uit te vinden welke bijdrage ik kan leveren, ik wilde ….

Ze kwamen niet van de grond, niet van mijn lijstje af. Ze kostten teveel energie. Dat is misschien wel een goede meter: Kost het energie? Niet doen! Dan is het je ego die dat wil en niet je zelf en / of het universum (zo daar een verschil tussen is). Go with the flow. Ook al zo’n overbekende slogan, maar in deze context begrijp ik hem opeens heel anders.

Opeens loop ik met bevrijdde ogen door onze wereld heen. Ik hoef niet meer, ik mag. Ik volg naar waar onze energie mij brengt.

eerste publicatie: nieuwe mensaberichten 126, dec 2024

Nieuw Normaal

Onlangs las ik weer eens met veel genoegen de Breukerbrief. Deze keer verbaast Engbert Breuker zich in deze column over het begrip “normaal ondernemen”. En terecht mijns inziens. Kort door de bocht: normale ondernemers gaan voor winst ongeacht hun impact en sociale ondernemers gaan voor impact ongeacht hun winst. Wat is daar nou normaal aan vraag je je dan af.

Het is toch eigenlijk te gek voor woorden dat we normale ondernemers normaal noemen. Voor sociopaten hebben we een woord omdat we dat niet normaal vinden. Maar voor ondernemers? Tsja, blijkbaar is dat normaal. Engbert breekt in zijn column een lans voor een nieuw normaal.

Het was medemensaal Jeroen die mij vertelde van psychologisch onderzoek waarin geconcludeerd werd dat het enige verschil tussen ondernemers en criminelen is dat ondernemers voor de grens stoppen en criminelen er overheen gaan. Misschien moet ik mijzelf als zzp-er dan maar niet meer zo als ondernemer afficheren. Dat klopt misschien ook wel, immers: echte ondernemers vinden zzp-ers geen ondernemers. Ben ik dan misschien toch geen sociopaat?

En toen ik verder las zag ik het opeens: er zijn woorden voor dat nieuwe normaal, Engbert noemt ze zelf. Hij noemt bijvoorbeeld woorden als sociaal ondernemen, impact ondernemen en real pricing. Mijn observatie is: daar zijn dus woorden voor. Die begrippen zijn niet meer zo wereldvreemd dat we ze moeten omschrijven. Nee, we hebben er woorden voor.

Engbert eindigt met de suggestie om verdienmodellen te vervangen door bestaansmodellen. Dat doet me dan weer denken aan de dienmodellen van Henry Mentink. Weer een woord voor het nieuwe normaal.

En dus ook: als we op de kruising staan bij verdienmodellen dan kun je verschillende kanten op. Het pad is nog niet geheel duidelijk, we zijn nog zoekende. Maar ik geloof wel dat we uiteindelijk op dezelfde plek uit gaan komen. Op een bewustzijnsniveau waar het nieuwe normaal is.

Een plek waar je die zoektocht nog beter ziet is op de kruising bij economie. Ik zoek even naar economie / economy op mijn links pagina, dat is een verzameling van wat ik de afgelopen 25 jaar zoal ben tegengekomen en is daarom zonder enige pretentie van volledigheid:

associatieve economie

betekeniseconomie

duurzame en solidaire economie

community economy

gemene goed economie

deeleconomie

circulaire economie

zorgeconomie

geefeconomie

ecologische economie

geloofwaardige economie

nieuwe economie

kleureneconomie

complementaire economie

boeddhistische economie

green economy

digital solidarity economy

foundational economy

wellbeing economy

weconomy

freeconomy

collaborative economy

resource-based economy

social economy

united economy

experience economy

economy of communion

blue economy

conservation economy.

Interessant is dat alle bovengenoemde termen die geen link zijn, op mijn linkspagina wel een link zijn, maar die link werkt niet meer, zo vluchtig zijn die begrippen.

En dan weer – ik ben ook zoekende: zie ik dat eigenlijk voor mij, real pricing? Dat is een enorme berg data die je dan doorworstelen moet. Dat is mijn werk en dat vind ik heel leuk hoor, maar toch vraag ik mij wel eens af: is dit nou the way to go? Is het niet veel verstandiger aan te sluiten bij de stroom van het universum? Ach misschien is mijn kunstje gewoon een tussenstap, ook goed.

eerste publicatie: nieuwe mensaberichten 125, nov 2024

Le système, c’est moi!

Het gaat goed! Erger nog: het gaat steeds beter! Ook de club van Rome begrijpt nu dat het niet het systeem is dat we moeten veranderen maar onszelf. Kijk maar.

Ik heb al vaker geargumenteerd dat mijns inziens ons economisch systeem de aggregatie is van onze individuele gedragingen. En dus, als we een ander systeem willen, dan zullen we ons gedrag moeten veranderen. En dus, als we ons gedrag willen veranderen dan zullen we een ander bewustzijn nodig hebben. En dus? Jouw bewustzijn kan ik niet veranderen. Of misschien toch? Gewoon door voor te doen. Dan gaat het misschien viral, dat nieuwe gedrag. Ik vind het wel frappant dat de club van Rome er 50 jaar over doet om dit te begrijpen. Maar ook bij mijzelf heeft het lang geduurd, dus ik zal niet klagen.

Afgelopen maand was ik ook op de jaarlijkse degrowthconferentie (https://esee-degrowth2024.uvigo.gal/en/) en sprak met Vincent Liegey over die onhebbelijke term degrowth, die wel zegt wat we niet willen maar niet wat we wel willen. Vincent had voor mij een eye-opener: alle mooie termen zoals bijvoorbeeld deeleconomie worden uiteindelijk in beslag genomen door commercie. Degrowth is een naar woord, dat zal niet overgenomen worden. Ik was enigszins flabbergasted en begin ondertussen een beetje verliefd te worden op het woord.

Laat ik afsluiten met een onderzoek dat ik laatst tegenkwam: wat is het veiligste automerk? Het ging alsvolgt:

Men neme een stel verschillende auto’s en men laat hen 1.000.000 kilometer rond de wereld rijden. We meten hoever de auto komt voordat de bestuurder dood is. Puur uit interesse meten we ook het aantal doden onder de overige weggebruikers door toedoen van de auto.

Het merk Tank was overduidelijk winnaar, die als enige de volledige 1.000.000 kilometer had afgelegd. De bestuurder kwam heelhuids aan, wel enigszins beduusd vanwege het aantal slachtoffers onder zijn tegenliggers.

Er was ook enige kritiek op de ondezoeksopzet, zo las ik elders. Er was bijvoorbeeld iemand die de posiie innam dat de onderzoekers vergeten waren om onderscheid te maken tussen rechts houden en links houden. De onderzoekers hadden zich verwaardigd de criticus van repliek te dienen, hun verweer was dat zij puur de invloed het merk wilden meten en daarom af hebben gezien van het introduceren van bijkomende factoren.

Om toch tegemoet te komen aan de kritiek hebben de onderzoekers twee kleinere deelonderzoeken gedaan, een waarbij voortdurend rechts werd gehouden, en een waarbij voortdurend links werd gehouden. Maar de resultaten waren niet significant anders. Wel observeerden sommige onderzoekers een mogelijk verband met in welk land de rit werd aangevangen, maar omdat jurisdictie niet in hun model voorkwam hebben ze dit verder buiten beschouwing gelaten.

eerste publicatie: nieuwe mensaberichten 122, jul 2024

Op weg naar de nieuwe economie

Ton, een goede vriend van mij, wees mij op: New Economic Schools of Thought — a concise overview, deel 1 en deel 2. Een overzicht van 14 perspectieven op onze nieuwe economie. Hier de perspectieven:

Circular economy
Regenerative economy
Wellbeing economy
Doughnut economy
Post growth economy
Degrowth economy
Socio-ecological market economy
Impact economy
Purpose Economy
Ecological economy
Steady state economy
Green economy
Ubuntu ‘economy’ (Global South)
Buen vivir economy (Global South)

Ik kom de blauwe economy van Gunter Pauli niet tegen in deze lijst, en dat verbaast me een beetje want zijn perspectief voegt wezenlijk iets toe (in één zin: groen wil je niet maar moet, blauw is ook groen maar die wil je wel). Gelukkig staat degrowth er wel in en zelfs het International Degrowth Network waar ik lid van ben (als je goed kijkt zie je me op de foto staan, heel goed kijken hoor, ik had mezelf een beetje verstopt). En oh ja: de deeleconomie, wie heeft het daar nog over?

Hoe kan ik deze perspectieven begrijpen? Eerst mijn eigen analyse, affirmatief geformuleerd: als iedereen bij alles wat z/hij doet rekening houdt met alles en iedereen dan zouden er geen crises zijn. Vervolgens: ik geloof dat ons bewustzijn evolueert en dat dit de evolutie van onze economie veroorzaakt. Tenslotte geloof ik dat ons bewustzijn evolueert naar zorg voor ons, de planeet en de toekomst. Kort gezegd: het komt allemaal goed.

Ik geloof dat we nu op zoek zijn naar dat nieuwe gedrag en dat we dat nieuwe gedrag momenteel aan het vinden zijn. Dus als ik naar die 14 perspectieven kijk stel ik mijzelf bij ieder van die perspectieven de vraag: in hoeverre beschrijft dit perspectief rekening houden met alles en iedereen? Hoe gaat dat eruit zien? En hoe krijgen we dat voor elkaar?

De schrijfster heeft volgens mij echter andere vragen gesteld. Haar perspectief lijkt prescriptief te zijn. Zij laat de scholen de vragen beantwoorden wat moeten we doen en hoe doen we dat dan? Dat is niet zo gek want bij mijn weten denken die scholen er precies zo over. Laat ik hier duidelijk maken waarom ik denk dat het allemal goed gaat komen. Ik geloof dat we allen samen een zijn, dat is de ontdekking die we aan het doen zijn. En vanuit die ontdekking zullen we niet anders willen dan zorgen voor ons, de planeet en de toekomst. Ik denk daarom dat een descriptief perspectief zinniger is. We hoeven helemaal niets voor te schrijven, het gaat vanzelf gebeuren. En we kunnen dat vanzelf gebeuren een handje helpen door handelingsperspectief te bieden. Dat is voor mij waar die scholen over gaan.

Want een gemene deler in al deze alternatieven is dat mensen rekening houden met alles en iedereen. De een let wat meer op het een en de ander wat meer op het ander, maar samen gaat het lukken, rekening houden met alles en iedereen. Met vreugde zie ik mijn stelling dus onderbouwd. Ik ben daarom vooral benieuwd naar hoe die alternatieven zich zullen manifesteren.

De schrijfster is daar niet helemaal duidelijk over, vaak lees ik passieve formuleringen. Bijvoorbeeld de 3e message van de 2e new economic school of thought, de regenerative economy: If the human economy is to be sustainable over the long run, it must harness the regenerative process by aligning with the same “first principles” of living systems. Maar wie dat alignen nou doet, daar zegt ze niets over. Soms is ze daar duidelijker over, zoals in de 4e message van de 8e school, de impact economy: businesses to pursue net positive impacts and be rewarded for it through trade, investment, taxation and labour.

Wat ik vooral mis in de beschrijvingen is een ontwikkelingsperspectief. Heeft de schrijfster dat niet gezien, of hebben die perspectieven dat zelf over het hoofd gezien? Ik vrees dat laatste, maar om daar uitspraken over te doen zou ik al die alternatieven diepgaander moeten bestuderen. In het kader van deze column kies ik daar nu niet voor. Maar we zullen er hoe dan ook komen, gewoon omdat wij mensen altijd beter willen. En veel van de alternatieven zien in dat meer niet altijd beter is.

En wat ik ook nog geloof: in die nieuwe samenleving gaan we telepatisch met elkaar communiceren. Ik denk dat dat cruciaal is, maar daar hoor ik nog weinig mensen over. Dat komt dan een andere keer.

eerste publicatie: nieuwe mensaberichten 121, jun 2024

Bubbels

In nederige dankbaarheid aanvaard ik de kritiek, de gift van John Angenent (in dezelfde nieuwe mensaberichten als deze post, red.). Ik ben er vooral heel blij mee omdat hij mij daarmee uit mijn bubbel heeft gehaald. Ik heb Dopfer & Potts meteen maar besteld. Was ik dan zo kortzichtig dat ik niet doorhad dat ik in een bubbel zat? Nee, ik ben juist heel outreached geweest de afgelopen 25 jaar dat ik mij met het onderwerp nieuwe economie bezighield. En de aanhouder wint: het heeft lang op zich laten wachten, maar John heeft mij gebracht waar ik al lang naar op zoek was. Dat dat zo lang heeft geduurd kun je me verwijten. Ik voer twee verklaringen aan: ten eerste wist ik lange tijd niet waar ik naar op zoek was. Ik wist eigenlijk maar één ding: ik voelde dat het antwoord vlak voor onze neus lag, maar dat we er allemaal aan voorbij keken. Maar welke olifant miste ik nou? En ja, als je niet weet waar je naar zoekt kun je het ook moeilijk vinden.

Ten tweede is daar mijn onderzoeksmethode: dat was vooral participatieve observatie. Ik ben bijvoorbeeld lid geweest van mijn Local Exchange Trade System noppes. De keuze voor deze methode hangt samen met een handicap van mij: het kost mij veel moeite om te lezen, ik lees heel langzaam. Het stuk van John kost mij bijvoorbeeld 20 min. Ik lees eigenlijk hardop in mijn hoofd, ik lees dus net zo snel als ik praten kan. Dus ik lees liever niet, en al helemaal geen teksten waar elke gedachte uitgesmeerd is over vele paginae. Ik lees dus eigenlijk bijna nooit. Had dit anders geweest dan had ik Dopfer & Potts mogelijk eerder gevonden. Maar ook alle economen die ik gesproken heb hebben mij daar nooit op gewezen. Ook niet degenen die juist voorbijkeken aan het heersende discours.

Dit gezegd hebbende inspireert John mij om verder te bouwen met de materialen die hij aangereikt heeft. John probeert mijn visie te bevatten en dat is hem ondanks de omstandigheden goed gelukt. Die omstandigheden zijn dat ik nog niet het achterste van mijn tong heb laten zien. Ik heb al eens eerder verteld dat ik doende ben een boekje te schrijven. In dat boekje, dat ik ondertussen manifest noem, ontleed ik de paradigmaverschuiving waarin we ons momenteel bevinden in 43 patroonverschuivingen (and counting). In mijn column laat ik steeds een of enkele van die patroonverschuivingen de revue passeren. En ik ben nog lang niet door mijn voorraad patroonverschuivingen heen! Van de inhoudsopgave van het manifest heb ik een roadmap gemaakt die ik hier graag met jullie deel, als appetiser. De titel van het manifest is: Free to Serve.

Het idee is een beetje een ganzenbord. Je begint bij 1, welke vraag stellen we eigenlijk? En vervolgens zijn er vele wegen die je naar de laatste halte TINA & TATA brengen. Voor wie niet wachten kan: TINA = There Is No Alternative, Reagan en Thatcher, nog eens aangezet door Fukuyama. TATA = There Are Thousands of Altenatives, die heb ik van Yosh Tandon. En ik geloof in beide, maar niet zoals Reagan en Thatcher dat bedoelden, maar dat komt in due course.

Hier een grove mapping van die patroonverschuivingen (ptv) op de columns totnutoe:

Vrijheid is als voorrang: ptv 4 en 5
De piloot en de mango’s: ptv 6, 7 en 9
De ezel die niet door de beugel kon: ptv 8
Oost west, thuis best: ptv 1 en 2
Economie in balans: ptv 11

Terecht merkt John op dat het operationaliseren van mijn ideeen over bewustzijn nog niet helder is. Het was ook mijn bedoeling om dat het onderwerp van een van mijn komende columns te maken. Dus hier alvast een tipje van de sluier (ptv 8): Definitie:

Het bewustzijn van een economische actor is de verzameling doelen waar hij/zij rekening mee houdt als hij/zij een economische beslissing neemt.

Dit is goed meetbaar: kijk jij naar het beter leven keurmerk als je vlees koopt in de supermarkt? Of Utz-certified als je chocola koopt?

Ik wil graag nog wat nuances aanbrengen:

Bestuderen die economen nou systemen of niet? Neem nou de onzichtbare hand van Smith. Is dat een systeem? Ik meen dat dat in eerste instantie gedrag van mensen is. Precies het soort gedrag dat economen, als sociaal wetenschappers, bestuderen. En dan zien ze een regelmaat in dat gedrag en in de aggregatie van dat gedrag. ‘Er zit systeem in’ zou je dan zeggen. Misschien dat ‘model’ een beter woord is in deze context. Economen modelleren gedrag van economische actoren. En dat model kun je bestuderen, maar dan bestudeer je dus gedrag mbv modellen. In Pelgrimage jenseits van Dunbar noemde ik mijn wenseconommie een systeem, mag ik dat als een slip of my pen beschouwen? Het gaat mij daar om een economie waarin ik welkom ben, en welkom heten is in eerste instantie gedrag van mijn medeleden van die economie.

Waar het mij hier vooral om gaat is dat mensen soms het idee hebben dat onze ellende aan ons systeem ligt. Zo van: ík doe geen vlieg kwaad, maar het is het systeem dat er een puinhoop van maakt. Dit is een opvatting die om minstens twee redenen van de hand gewezen dient te worden. Ten eerste ontken je daarmee je eigen rol, en dat is nou precies het enige dat jij veranderen kan, jouw rol. Ten tweede gaan mensen op zoek naar, of nog erger wachten op een systeem dat er helemaal nooit komen zal, en dat maakt ze vervolgens inert.

We zijn het er dus over eens dat honger geen kwestie van schaarste is. Ik meen dat het uiteindelijk ook geen logistiek probleem is, er zijn voldoende militairen op deze planeet om die logistiek te organiseren, dat zou nog eens een battle to win zijn. Dat het niet gebeurt is het echte probleem en dat is mijns inziens uiteindelijk een kwestie van besturing, governance, politieke wil. Gedrag dus. In deze geest: alles in dit universum is eindig, maar schaars is iets alleen als er niet voldoende van is en dat is vooral het gevolg van onze keuzes, van onze wensen en gedrag.

Dit is mijn eigen terrein: Gödel en omstreken.

Gödel, ja, dan kom je op mijn terrein. Ik ben er ooit speciaal voor naar Amsterdam afgereisd omdat we de Monatshefte für Mathematik und Physik, waarin Gödel zijn beroemde onvolledigheidssteling had gepubliceerd, niet in Leiden hadden. Hier wil ik dus graag wat uitgebreider op ingaan.

Het was in de dagen van de logisch positivisten, de Wiener Kreis. Voortbouwend op de Principia Mathematica van Russell en Whitehead uit 1910 wilden zij de gehele wetenschap op logica baseren. En dan komt in 1931 Kurt Gödel, ook lid van de Wiener Kreis, met zijn onvolledigheidsstelling. Het zou zomaar een donderslag bij heldere hemel geweest kunnen zijn, om de hele raison d’être onderuit te halen van je eigen bloedgroep moet je toch eerst in staat zijn diametraal de andere kant op te kijken.

In mijn eigen woorden luidt die onvolledigheisstelling: in elk logisch systeem waarin je de natuurlijke getallen (1, 2, 3, enz) kunt representeren kun je ook proposities formuleren die wel waar zijn maar niet bewijsbaar. Het gevolg van deze stelling is dat het logisch positivisme een onhaalbare zaak is, immers de zoektocht van de logisch positivisten was juist naar een logisch systeem waarin ze de gehele wetenschap konden formuleren en vervolgens bewijzen.

Ik ben altijd getroffen geweest door de elegantie van het bewijs, dat is een variatie op de leugenaarsparadox (die luidt: ‘Ik lieg nu’). Wederom in mijn woorden gaat het bewijs van Gödel alsvolgt: hij laat zien hoe je mbv natuurlijke getallen (die immers gerepresenteerd zijn in je logische systeem) een propositie kunt formuleren die je kunt interpreteren als: ‘Ik ben niet bewijsbaar’. Het bewijs gaat dan alsvolgt: stel dat deze bewering bewijsbaar is dan zou je deze uitspraak dus kunnen bewijzen, en als de uitspraak bewezen is, dan is dus ook waar dat: deze uitspraak is niet bewijsbaar. Contradictie! We besluiten dat deze uitspraak dus niet bewijsbaar kan zijn. Maar dat is nu juist de bewering van deze uitspraak, nl dat hij niet bewijsbaar is. Deze bewering merkt dus terecht over zichzelf op dat hij niet bewijsbaar is. Maw: de propositie is wel waar.

Deze uitweiding om enkele nuances in John’s beweringen aan te brengen. Gödel richtte zich op logische systemen waarmee men wetenschap en filosofie wilde bedrijven. Hij heeft niet bewezen dat utopieen niet kunnen bestaan. Ook interessant, Gödel richtte zich niet op de strengst-formele systemen, maar juist formuleerde hij een betrekkelijk eenvoudige voorwaarde waaraan een logisch systeem moet voldoen (nl dat je daarin natuurlijke getallen moet kunnen representeren). Maar vooral: die systemen worden wel geacht consistent te zijn, hij bewijst dus niet dat zulke systemen noodzakelijkerwijs inconsisenties bevatten.

John brengt ook de culturele dimensie in, waarvoor wederom dank. Ik ben mij bewust van die dimensie maar heb hem totnutoe niet in mijn denken opgenomen. Mijn eigen westerse cultuur was al uitdagend genoeg. En ook denk ik dat hoewel door verschillende culturele filters economie er significant anders uit komt te zien bewustzijn een dieper liggende dimensie is.

Ten slotte: wat staat mij voor ogen met een op telepathie gebaseerde economie? Ja, als ik dat wist dan had ik er wel over geschreven. Ik voel mijzelf voldoende wetenschapper om zo’n terra incognita met unbiased blik te betreden. Waar ik aan denk? Dimensies die nog niet vertegenwoordigd zijn in onze westerse natuurwetenschappelijke modellen. Hoe grijpt bewustzijn bijvoorbeeld in op materie? Dat klinkt misschien heel esotherisch, maar ik bedoel gewoon: ik zit hier te typen, en dat kunnen we haarfijn beschrijven met zenuwstelsels, elektrische signalen, mitochondrieen die spieren doen samentrekken (ik ben hier duidelijk geen kenner), maar: waar begon dat eigenlijk? Ergens in mijn hersenen begonnen stroompjes te lopen, waarom begonnen zij te lopen, wat is dat bewustzijn?

Oh ja, voor de goede orde en voor zover dat niet duidelijk was: het personage Tom de wandelaar is een echt bestaand mens, het betreft een goede vriend van mij. Ik had me alleen vergist in de locatie: de wandeling vond plaats op Corsica ipv in de Pyreneeen.

eerste publicatie: nieuwe mensaberichten 081, dec 2020

Degrowth is…

Liefde is… Ken je hem nog, in de telegraaf? Opeens viel het binnen: dit kan ik ook met degrowth.

Nu ik beter snap wat degrowth behelst en welke mensen het aantrekt zie ik dat degrowth in de media bijna altijd verkeerd begrepen wordt. In how to grow a degroth economy heb ik al eens uitgelegd dat de degrowth beweging daar zelf ook debet aan is.

Voorlopig is degrowth een verzamelbak van bewegingen die allemaal ongeveer dezelfde kant op gaan en daarom bij elkaar aanhaken. Maar ons verhaal is nog niet unisono. Het veld wordt gekenmerkt door een diversiteit aan beelden, ideeen en verhalen.

Maar in de media wordt degrowth toch vooral lacherig weggezet, je kunt toch niet serieus menen dat we niet moeten doen wat we allemaal wel willen, namelijk groeien? In het kielzog van die misvatting wordt degrowthers toegedicht dat ze allemaal voorstander zijn van een miserabel leven. Omdat er helaas niet meer is dan dat.

Zoals eerder betoogd is de werkelijkheid van degrowth alles behalve dat. Het gaat om samen leven ipv rat racen. Delen met elkaar zodat iedereen mee kan doen, noord en zuid. Een economie die onze planeet respecteert, en zo nog veel meer.

Maar zoals gezegd, er is nog geen helder uniform beeld. Ik heb mijn beeld van de ontwikkeling van ons bewustzijn en dat ik dus alleen maar mijn eigen gedrag hoef te veranderen. Anderen hebben andere beelden en willen de barricaden op. Het is een kracht en een zwakte. Een kracht omdat het een divers gezelschap aantrekt, een zwakte omdat het naar buiten toe voornamelijk onbegrijpelijk en daarmee zelfs lachwekkend is.

En toen kwamen die cartoons van Liefde is… voorbij. Als ik nou eens een serie cartoons Degrowth is… ga maken. Dat biedt een geweldige ruimte om recht te doen aan de diversiteit binnen de gemeenschap en het spreekt de buitenwacht op een verfrissende manier aan.

Vorige maand in AA voor groeiverslaafden had ik gezegd dat ik de take it easy van jon jandai op een nieuwe serie posters wilde gaan zetten. Dat worden dus deze Degroeth is… cartoons. Nu zoek ik alleen nog een tekenaar, wie o wie? Of misschien weet iemand een cursus cartoons tekenen?

Hier alvast wat teksten voor bij de tekeningen:

Degrowth is…
tijd voor zorg
gelukkig met genoeg
take it easy
komt tijd, komt kringloop
relax
ruilen is huilen, delen is spelen

eerste publicatie: nieuwe mensaberichten 120, mei 2024