Op een gegeven moment begon het mij te dagen dat het antwoord vlak voor onze neus lag, maar dat we er allemaal aan voorbij keken. Ik ook. Maar aan welke olifant keken we dan voorbij? Ja, als dat eenvoudig was geweest, dan had ik deze vraag niet gesteld. Met zijn allen massaal aan iets voorbij kijken doe je niet per ongeluk, er is ergens een diepere laag in je cultuur waar je je bewust van moet worden voor je die kunt transformeren. In mijn geval werd die bewustwording getriggerd door de ontmoeting met Jacquelien waar ik je eerder van vertelde in nov 2020. En na een worsteling was ik er uit: ruilen was niet de oplossing, maar het probleem. En het is inderdaad heel simpel: ruilen doe je omdat je elkaar niet vertrouwt en in dat wantrouwen schuilt de wortel van onze ellende, dan gaan we hamsteren en creeren zo schaarste en competitie en wat al niet meer.
Nog even: vertrouwen is de kern van geld, van ons banksysteem. Een bank verkoopt vertrouwen, dat doet ze door leningen te verstrekken. Als ik voor jou een huis bouw dan hoef ik mij niet af te vragen of jij mij de komende 30 jaar netjes gaat terugbetalen. Dat doet de bank voor mij. In die zin is geld het smeermiddel van onze economie, niet omdat het een ruilmiddel is, maar omdat het een kredietmiddel is. Ik weet het: er zijn ook gemeenschappen, ik meen niet eens heel van hier, waar een stel een huis als huwelijkscadeau krijgt van de gemeenschap. Dat bouwen ze dan in een weekeindje of zo. Het zou mij niet verbazen als die gemeenschappen netjes binnen Dunbar’s grenzen blijven (zie mrt 2020).
Maar als we nou niet meer ruilen, hoe ziet onze economie er dan uit? Weer lang en diep nadenken, los van het ruilparadigma, bracht mij tot de volgende slogan:
Dus dat heb ik toen maar eens op een t-shirt geschreven.
Op een gegeven moment kwam ik Ewout tegen, en ik droeg dat mooie shirt. Ewout is een rascommunist die ik ooit tegen was gekomen bij de SP van Amsterdam centrum. Hij zag mijn slogan en zei: maar dat is Marx! En toen was ik zeer verheugd, ik was blijkbaar niet dom! En toen vroeg ik Ewout waar Marx dat dan gezegd had. En dat heeft Ewout gedaan! Na een tijdje wist hij te melden dat het een uitspraak van Louis Blanc betrof: Van ieder naar vermogen, aan ieder naar behoefte (De chacun selon ses facultés, à chacun selon ses besoins.). Blanc heeft die uitspraak gedaan omtreeks 1851, dus voor dat Marx Das Kapital publiceerde vanaf 1867. Later is het de slogan geworden van de anarcho-communisten. Nou, dat is mooi, dan ben ik dus een anarcho-communist. Hiep hoi, eindelijk een identiteit!
Maar wat voor een identiteit? Anarchisten, dat zijn toch van die lui die tegen alles aanschoppen en lak hebben aan om het even welke regel? En communisten sluiten je op in een goelag als je niet meedoet met ze. De combi van beiden lijkt meer op totale rechteloosheid dan op verlichte vrijheid. Dus waar ging Louis Blanc mis?
Dat moest even sudderen. Een tijdje later kwam ik in Projektwerkstatt Saasen een prachtig boekje tegen. In simpele bewoordingen legt het uit wat anarchisme nou eigenlijk echt is, hoe het bedoeld is. En ook dat blijkt heel simpel: een anarchist is iemand die zelf zijn verantwoordelijkheid neemt. Die schuift hij niet af op zijn meerdere, dat is waar hij de archie doorbreekt. Een anarchist houdt zich niet aan regels omdat zijn baas het zegt, of de politie, maar omdat hij er zelf van overtuigd is. En als ie er niet van overtuigd is, nou ja, dan doet ie het niet. Dat betekent dus ook dat ik een anarchist op zijn gedrag kan aanspreken, hij/zij zal niet zeggen: Befehl ist Befehl, maar hij zal mij antwoorden, hij is verantwoordelijk. En het betekent ook dat als een anarchist zich ergens niet van bewust is dat hij daar dan ook geen rekening mee zal houden. Zo beschouwd zijn regels voor de onbewusten en anarchisme voor de bewusten.
In de oorspronkelijke formulering van Blanc ligt de goelag ook wel een beetje besloten. In mijn formulering zeg ik wat ik kan doen, waar ik voor kan kiezen. In zijn formulering zegt hij ook wat hij vindt dat jij moet doen. En als jij dan niet doet wat hij vindt dat jij moet doen dan doemt de goelag al snel op.
En nog wat: je kunt je uiteindelijk alleen verantwoorden als je je bewust bent van je keuzes, maar de werkelijkheid is dat we de hele dag door keuzes moeten maken, ook als we ons niet bewust zijn van de gevolgen daarvan. Zoiets als anarchisme kan dus alleen werken als mensen voldoende bewustzijn genieten. Anders gezegd: hoe anarchisme uitwerkt hangt af van het bewustzjn van de anarchist.
En dat is waar Louis Blanc misging denk ik. In sep 2020 splits ik de vraag naar een nieuwe economie in tweeen: Hoe ziet de utopie eruit? en: Hoe kun je die utopie aanpassen aan mensen zoals jij en ik? Ik meen dat het antwoord op die eerste vraag eenvoudig is en magistraal verwoord is door Louis Blanc. Maar de tweede vraag, dat is een worsteling en die is op elke tijd en plaats weer anders, afhankelijk van het bewustzijnsniveau. Nou denk ik niet dat Blanc daar echt mis ging, maar zijn idealen zijn misbruikt om lagere vormen van bewustzijn te ratificeren.
eerste publicatie: nieuwe mensa berichten 084, mrt 2021